Bij het snoeien onderscheiden we verschillende soorten:
Opkronen:
De onderste takken wegzagen om bijvoorbeeld verkeershinder te vermijden.
Begeleidingssnoei:
Tijdens de groei bijsnoeien waar nodig om een sterke boom en een mooie vorm van de kruin te krijgen.
Onderhoudssnoei of uitdunnen:
Het optimaliseren van de lichtinval om een gezonde blad-, bloem- en vruchtengroei te creƫren; het verwijderen van dode, zieke, zwakke of kruisende takken. De vorm van de kruin wordt zo goed mogelijk behouden.
Vormsnoei:
Hieronder vallen alle cutuurvormen van snoeien zoals knotbomen, leibomen, bolvormen en dakvormen.
Kandelaberen:
Bij deze wordt de kroon verkleind door de takken in te korten maar toch dezelfde vorm te behouden.
Correctiesnoei:
Nodig door invloeden van buitenaf zoals stormschade.